Getroffen schikkingen in het kader van vermogensonderzoeken

04 oktober 2018 / By Rasim Kucukunal

Gelet op het bijzondere karakter van de vermogensonderzoeken is bij de Centrale Raad van Beroep voor een drietal cliënten een schikking getroffen onder de volgende voorwaarden:

 

– De vordering van de gemeente wordt verlaagd van € 85.624,85 naar € 15.000,00;

– De door cliënte tot op heden afgeloste bedragen (maandelijkse aflossing en jaarlijks het vakantiegeld) wordt in mindering gebracht op het bedrag van € 15.000,00. Cliënte loste al 3 jaar stipt op de initiële vordering af;

– Cliënte behoudt het recht op bijstand en er wordt hierna conform de beslagvrije voet regels afgelost op het afgesproken bedrag;

– Partijen verlenen over en weer finale kwijting aan elkaar.

 

Op deze wijze ontstaat er voor beide partijen een werkbare situatie. Bij cliënte is de rust wedergekeerd en heeft ze eindelijk zicht op een einddatum, waarbij ze vrij van schulden zal zijn. 

 

Een vergelijkbare regeling is ook getroffen voor een andere cliënte, waarbij een vordering van € 145.305,95 is teruggebracht naar € 24.250,00. Ook voor haar geldt dat alle tot heden afgeloste bedragen in mindering worden gebracht.

 

Tot slot is voor een andere cliënte een regeling getroffen waarbij een vordering van € 142.888,53 is teruggebracht naar € 41.000,00. Met dien verstande dat bij deze regeling uitdrukkelijk de bepaling omtrent verwijtbaarheid en/of fraude termen zijn weggelaten. De CRvB heeft aangegeven dat er geen sprake is van persoonlijk verwijtbaarheid. Cliënten hebben nu de mogelijkheid om voor schuldhulpverlening in aanmerking te komen.