Herkeuring in het kader van een Wajong-uitkering en arbeidsvermogen

01 augustus 2017 / By Rasim Kucukunal

Cliënte ontvangt al ruim 20 jaar een Wajong uitkering naar de norm 80-100% in verband met gegeneraliseerde angststoornis en een emotionele instabiele persoonlijkheidsstoornis. Zij kampt voorts met psychische klachten, zijnde angststoornis, depressiviteit en stress. Vanaf 1 januari 2015 geldt de Participatiewet. De overheid wilt dat iedereen meedoet in de maatschappij. Om die reden herkeurt het UWV alle mensen met een Wajong-uitkering om te bepalen of er mogelijkheden zijn om te werken. Dit heet arbeidsvermogen. De criteria van de Wajong waaronder cliënte lange tijd volledig arbeidsongeschikt wordt beschouwd is anders dan die van arbeidsvermogen binnen de Participatiewet.

De verzekeringsarts concludeert dat cliënte op medische gronden arbeidsvermogen heeft, omdat er geen sprake zou zijn van volledige arbeidsongeschiktheid (geen benutbare mogelijkheden) op medische gronden. Eiseres zou niet behoren tot één van de uitzonderingscategorieën die zijn vermeld in het Aangepaste Schattingsbesluit: – er is geen sprake van opname in ziekenhuis of inrichting; er is geen sprake van bedlegerigheid; er is geen sprake van onvermogen tot persoonlijk en sociaal functioneren op alle niveaus als gevolg van een ernstige psychiatrische stoornis; er is geen sprake van ADL niet-zelfstandig zijn en er is geen sprake van een aandoening met een op korte termijn infauste prognose.

Namens cliënte is echter aangevoerd dat zij van oordeel is dat de beoordeling van het UWV of zij arbeidsvermogen heeft onvoldoende is gemotiveerd. Uit de Nota van Toelichting bij de wijziging van het Schattingsbesluit volgt dat uitgangspunt bij het selecteren van een taak is dat deze taak zoveel mogelijk aansluit bij de taken die iemand in het dagelijks leven uitvoert. De beoordeling begint bij een inventarisatie van de activiteiten die iemand in het dagelijks leven uitvoert. Daarbij worden de verschillende taken die iemand in het dagelijks leven uitvoert in kaart gebracht. Het UWV heeft ook in zijn beleid hierover opgenomen dat hij bij het selecteren van een taak zoveel mogelijk moet aansluiten bij de taken die een klant in het dagelijks leven uitvoert. Uit de beoordeling door de arbeidsdeskundigen blijkt echter niet dat dit uitgangspunt in dit geval ook is gevolgd. In deze rapportages is geen relatie gelegd tussen de geselecteerde taak en de activiteiten die cliënte in het dagelijks leven uitvoert.

Iemand heeft arbeidsvermogen als hij: 1.Een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie; 2.Basale werknemersvaardigheden heeft; 3.Ten minste een uur aaneengesloten kan werken; en 4.Ten minste vier uur per dag belastbaar is. Iemand heeft alleen arbeidsvermogen als hij aan alle vier de vereisten voldoet. Dit is in casu onvoldoende onderzocht.

Indien u een Wajong keuring krijgt dan is het raadzaam om bovengenoemde criteria goed in acht te nemen.